Wees gul met waar je veel van hebt en verleen voorrechten aan degenen die er nooit gebruik van zullen maken.
Geen leraar mag zijn leerling zo onderrichten dat die niet langer hoopt ergens meer van te weten te komen.
En laat geen ouder zoveel aan zijn zoon geven dat deze nergens meer plezier mee gedaan kan worden, of dat er niets meer om op te hopen overblijft.
Hetzelfde geldt voor de heer ten opzichte van zijn ondergeschikten. Wanneer ze land krijgen, laat er dan nog iets zijn dat ze de heer moeten vragen, bijv. dat er geen hout, water of molen is.
Als het om een contract of schenking gaat, voeg er dan de clausule aan toe dat het naar goeddunken van de eigenaar kan worden herroepen.
Als iemand geschikt is voor een openbare functie en deze weigert te aanvaarden, dring er dan op aan dat hij deze tijdelijk aanneemt. Wanneer hij eenmaal met besturen is begonnen, zadel hem dan op met zaken waar hij niet gemakkelijk aan kan ontsnappen zonder dat het hem aanzien kost, of een emolument waarvan het verlies pijn doet.
Een gunst moet je zo verlenen dat jij er niet minder op wordt. Hef bijv. als beloning een uitstaande boete op, een nieuwe belasting die wat minder is dan je volgens de wet en naar voorbeeld van je buren zou kunnen invoeren.